Gezonde voeding voor katten: wat heeft je kat écht nodig

Een gezonde kat begint bij de juiste voeding. Toch is goed kattenvoer niet altijd vanzelfsprekend. In de supermarkt of dierenwinkel vind je een eindeloze keuze aan merken, smaken en beloftes, maar veel producten bevatten ingrediënten die niet aansluiten op wat een kat van nature nodig heeft. Begrijpen wat er in het bakje van je kat gaat, is een belangrijke eerste stap in het zorgen voor haar gezondheid en welzijn.

Katten zijn vleeseters – altijd

In tegenstelling tot mensen en zelfs honden, zijn katten zogeheten obligate carnivoren. Dat betekent dat ze afhankelijk zijn van voedingsstoffen die alleen in vlees voorkomen. In het wild eten katten kleine prooidieren – muizen, vogels, insecten – die rijk zijn aan eiwitten en vocht, en arm aan koolhydraten. Die natuurlijke behoefte is niet verdwenen bij onze huiskatten.

Daarom moet kattenvoeding aan specifieke voorwaarden voldoen. Belangrijke voedingsstoffen zoals taurine, arachidonzuur, vitamine A, en vitamine D kunnen katten niet zelf aanmaken en moeten dus uit dierlijke bronnen komen. Een goed kattenvoer heeft vlees of vis als hoofdingrediënt – niet granen, rijst of plantaardige eiwitvervangers.

De gevaren van voeding met verkeerde samenstelling

Veel commerciële kattenvoeding bevat een te hoog percentage koolhydraten, goedkope vulstoffen zoals maïs of tarwe, en toegevoegde suikers. Dat maakt het goedkoper om te produceren, maar voor katten kan het op lange termijn leiden tot gezondheidsproblemen zoals:

  • Overgewicht en obesitas
  • Suikerziekte (diabetes type 2)
  • Nier- en urinewegproblemen
  • Gebitsproblemen
  • Een doffe vacht of huidirritaties

Een goede vuistregel: hoe dichter kattenvoer bij hun natuurlijke dieet blijft, hoe beter.

Wat kun je als baasje nu al doen?


Een goede eerste stap is het kritisch bekijken van het etiket op de verpakking. Zoek naar voeding waarin:

  • Een dierlijk eiwit als eerste ingrediënt wordt genoemd (bijvoorbeeld “verse kip” of “gedroogd rundvlees”).
  • Geen vage termen als “vlees en dierlijke bijproducten” zonder specificatie staan.
  • Geen toegevoegde suikers, kleurstoffen of conserveermiddelen zitten.
  • Een evenwichtige samenstelling wordt gegarandeerd: alle essentiële vitamines en mineralen moeten aanwezig zijn.

Bovendien is het belangrijk om niet alleen naar het soort voer te kijken, maar ook hoe je kat eet: hoeveel, hoe vaak, en of ze voldoende water binnenkrijgt. Daarover gaan we straks verder.

Welk type voeding past bij jouw kat?


Als je eenmaal weet waar een kat van nature behoefte aan heeft, is de volgende stap: welk type voeding geef je dan? Er zijn verschillende opties op de markt, elk met hun eigen voordelen en aandachtspunten. Niet elk soort voer past bij elke kat – het hangt af van leeftijd, gezondheid, activiteit en voorkeur.

Droogvoer (brokjes)

Droogvoer is praktisch: lang houdbaar, makkelijk te doseren en minder rommelig dan natvoer. Het wordt vaak gebruikt als basis of als aanvulling op natvoer. Sommige brokjes zijn speciaal ontworpen om het gebit te helpen reinigen.

Voordelen:

  • Handig in gebruik en goed te bewaren
  • Makkelijk te doseren
  • Kan bijdragen aan gebitsverzorging

Nadelen:

  • Bevat vaak meer koolhydraten dan nodig
  • Lage vochtigheid → kan uitdroging of urinewegproblemen verergeren
  • Katten eten vaak meer dan nodig uit verveling

Tip: Combineer droogvoer altijd met voldoende vers water, of gebruik het in kleine porties als aanvulling.

Natvoer (blik, kuipjes, zakjes)

Natvoer bevat veel vocht (gemiddeld 70–80%), wat helpt om katten goed gehydrateerd te houden. Vooral bij katten die weinig drinken, of gevoelig zijn voor blaasproblemen, is natvoer een waardevolle basis.

Voordelen:

  • Hoog vochtgehalte: goed voor nieren en blaas
  • Aantrekkelijke geur en smaak
  • Vaak minder vulstoffen en suikers dan in droge brokken

Nadelen:

  • Korte houdbaarheid na openen
  • Kan rommeliger zijn
  • Soms hogere prijs per portie

Let op: Ook natvoer moet evenwichtig zijn samengesteld. Kies voor complete maaltijden en niet enkel ‘aanvullende snacks’.

Rauwe voeding (BARF/vers vlees)

Steeds meer katteneigenaren kiezen voor een rauw dieet, gebaseerd op wat katten in het wild eten. Rauw vlees, botjes en orgaanvlees bootsen een natuurlijk dieet na, maar vereisen nauwkeurige samenstelling.

Voordelen:

  • Zeer dicht bij het natuurlijke dieet
  • Hoog eiwitgehalte, laag in koolhydraten
  • Vaak zichtbaar effect op vacht, ontlasting en energie

Nadelen:

  • Kans op bacteriële besmetting bij slechte hygiëne
  • Onevenwichtige voeding bij slechte planning
  • Niet geschikt voor kittens, zieke of oude katten zonder begeleiding van een specialist

Belangrijk: BARF moet goed worden uitgebalanceerd, eventueel met hulp van een voedingsdeskundige of dierenarts.

Dieetvoer (op advies)

Sommige katten hebben aangepaste voeding nodig vanwege medische redenen, zoals nierproblemen, voedselallergieën, overgewicht of spijsverteringsproblemen. In zulke gevallen is speciaal dieetvoer (via de dierenarts) aan te raden.

Let hierbij op:

  • Alleen gebruiken op advies van een dierenarts
  • Niet zomaar afwisselen met ‘gewoon’ voer
  • Controleer regelmatig of de voeding nog aansluit op de gezondheidstoestand

Wat is de juiste keuze?


Er is niet één voeding die voor elke kat het beste is. De ideale combinatie hangt af van verschillende factoren:

  • Leeftijd – Kittens, volwassen katten en senioren hebben verschillende voedingsbehoeften
  • Gezondheid – Allergieën, nierproblemen of overgewicht vragen om aanpassing
  • Leefstijl – Binnenkatten hebben vaak minder calorieën nodig dan buitenkatten
  • Voorkeur – Sommige katten zijn kieskeurig; smaak en structuur spelen een grote rol

Een veelgebruikte en effectieve aanpak is combinatievoeding: natvoer als basis (voor hydratatie en voeding) en een kleine hoeveelheid droogvoer voor gemak en variatie.

Hoe, hoeveel en wanneer voed je je kat?

Naast wát je voert, is het ook belangrijk hoe en wanneer je dat doet. Veel katten krijgen de hele dag toegang tot voer, maar dat is niet altijd de beste aanpak. Door bewust te voeren – met vaste tijden en porties – houd je grip op het gewicht en de gezondheid van je kat.

Voedingsroutines

Vaste voertijden zijn beter dan continu toegang tot voer (free feeding). Katten eten van nature meerdere kleine maaltijden per dag, maar dat betekent niet dat er altijd een volle bak moet staan. Kies voor 2 tot 4 maaltijden per dag, afhankelijk van het type voer en de levensstijl van je kat.

Voedingsritme tip:

  • Kittens (tot 6 maanden): 3–4 keer per dag
  • Volwassen katten: 2–3 keer per dag
  • Senioren: 2–3 keer, eventueel aangepast bij medische behoeften

Hoeveel moet je kat eten?

De hoeveelheid voer hangt af van:

  • Het gewicht en de leeftijd van je kat
  • De activiteit: een binnenkat verbrandt minder dan een buitenkat
  • Het type voer: natvoer bevat minder calorieën per gram dan droogvoer

Op de verpakking van kattenvoer staat vaak een richtlijn, maar die is algemeen. Kijk altijd naar het gedrag en lichaamsconditie van je kat. Als je ribben niet meer kunt voelen of je kat nauwelijks nog beweegt, is dat een signaal om porties aan te passen.

Veelgemaakte fouten bij kattenvoeding

Zelfs goedbedoelende baasjes maken soms fouten in het voedingspatroon. De meest voorkomende zijn:

Te veel snoepjes
Snoepjes bevatten vaak veel calorieën en weinig voedingswaarde. Beperk ze tot 10% van de dagelijkse energie-inname.

Melk geven aan katten
Veel katten zijn lactose-intolerant. Gewone koemelk kan diarree veroorzaken. Er zijn speciale kattenmelken verkrijgbaar, maar ook die zijn niet noodzakelijk.

Plotseling overstappen van voer
Wissel je van merk of soort, doe dit dan geleidelijk over 5–7 dagen. Meng steeds meer van het nieuwe voer bij het oude om spijsverteringsproblemen te voorkomen.

Menselijk voedsel geven
Katten kunnen slecht tegen uien, knoflook, chocolade, avocado, en veel zout of vet. Wees terughoudend met restjes of tafelvoedsel.

Bijzondere situaties: wat als je kat te zwaar is?

Overgewicht is een veelvoorkomend probleem, vooral bij binnenkatten. Het verhoogt het risico op diabetes, gewrichtsklachten en leverproblemen.

Aanpak:

  • Kies een caloriearm voer met voldoende eiwit
  • Meet porties zorgvuldig af (weegschaal!)
  • Speel actief met je kat (dagelijks 10–15 minuten)
  • Geen extra snoepjes of restjes

...een voedselallergie of -intolerantie heeft?

Sommige katten reageren op bepaalde eiwitbronnen of toevoegingen in voer. Symptomen zijn onder andere jeuk, braken, diarree of oorontstekingen.

Oplossing:

  • Kies voor hypoallergene voeding met één eiwitbron
  • Laat eventueel een eliminatiedieet opstellen via je dierenarts
  • Vermijd kunstmatige kleurstoffen of smaakversterkers

Tot slot: een gezonde kat begint in de voerbak

Voeding is meer dan alleen het vullen van een bakje. Door te begrijpen wat je kat nodig heeft, welk voer daarbij past, en hoe je het op de juiste manier aanbiedt, leg je de basis voor een gezond en gelukkig kattenleven.

Let op de kwaliteit van het voer, de juiste porties en een regelmatige routine – dan zit je altijd goed.

Terug naar blog